Met de toename van de populariteit van het vakgebied Business Process Management ontstonden ook de zogenaamde volwassenheidsmodellen. Deze zouden antwoord moeten geven op de vraag “hoe procesgericht is uw organisatie?”
Een checklistje invullen en u weet wat er, qua procesgerichtheid, nog te behalen valt voor uw organisatie. Vanzelfsprekend wordt hiervan dankbaar gebruik gemaakt door adviesbureaus die u graag helpen om een paar treden te klimmen op de volwassenheidsladder.
Maar is het niet zo dat de mate van grip per proces mag verschillen? Sommige processen moet je lekker laten gaan, terwijl anderen veel meer sturing nodig hebben. Geldt volwassenheid dus niet meer voor individuele processen dan voor een organisatie als geheel? Dat besef duidt misschien al op enige volwassenheid in het aanpakken van BPM.
Afgezien daarvan; zouden uw klanten blij zijn wanneer u met trots op uw website meldt dat u gestegen bent van level 2 naar level 3 en dat dat betekent dat u nu echte end-tot end processen heeft vastgelegd?
Tuurlijk niet; voor uw klant gelden slechts 2 niveaus; wel tevreden of niet tevreden over het resultaat.
En of u deze resultaten er nu uit heeft geworsteld via niveau 1 of niveau 5, het zal ‘m een vleesvervanger zijn.
Kortom de klant verwacht dat u zich volwassen gedraagt, niet dat u het bent.